Van Hospital de Órbigo naar Rabanal del Camino - 27 september 2012
28 september 2012 - Molinaseca, Spanje
Het oorspronkelijke plan was om tot Santa Catalina de Somoza te lopen, 27 kilometer maar het "liep" zo gesmeerd dat ik door ben getippeld naar Rabanal del Camino waar de teller op 37 km. bleef steken.
Het is ´s morgens vroeg al heerlijk wandelweer, er staat geen zuchtje wind en het is weliswaaar nog fris maar beslist niet koud. Tegen acht uur begint het echt licht te worden en de opgaande zon werpt lange schaduwen. Omdat ik naar het westen loop heb ik mijn eigen schaduw vrijwel steeds voor me, naarmate de zon naar het zuiden draait gaat mijn schaduw steeds meer naar rechts. Ik bedenk dat politici toch maar rare mensen zijn als ze van iemand verwachten over zijn eigen schaduw heen te springen. Het landschap is van een grote schoonheid, in het glooiend terrein geniet ik van prachtige vergezichten. Ik wandel door een gebied waar ik bossen met steeneiken, populieren en weer geurende dennenbossen doorkruis. Ik had al een hele tijd vrijwel geen vogels gehoord, maar het is hier een gezang van jewelste. Ik ben geen vogelkenner, maar ik herken duidelijk het gezang van achtereenvolgens de roepie-roepie, de kroet en de polifinario. Het is een genot om naar te luisteren.
Als ik na een lichte klim op het plateau ben zie ik in de verte een veelkleurig geval staan, naderbij gekomen blijkt het een kraampje te zijn waar je van alles kunt krijgen, letterlijk. Er is koffie, thee, melk, water, er zijn koekjes, olijfen en ik weet niet wat nogal meer. In de buurt van het kraampje houdt zich een zekere David op, hij woont permanent op deze plek, heeft een geïmproviseerd bed tegen de muur van een schuur staan en beweert hier ook in de winter te zijn. Hij is een halve filosoof en leeft van wat de mensen willen doneren voor wat ze bij hem uit het kraampje nemen. Hij heeft geen vervoer en als ik vraag hoe hij alles steeds vers aanvoert legt hij mij uit dat een middenstander uit het nabijgelegen dorp de voorraden aanvult. Een houtkacheltje bij het kraampje zorgt dat hij altijd warm water heeft en zo zie ik hem even later daadwerkelijk de afwas doen. Ik drink een glas koffie, neem er wat bij en als ik mij na mijn donatie gereed maak om verder te gaan word ik door hem uitgebreid omhelsd, dat doet hij waarschijnlijk met iedereen.
Het blijft de hele dag prachtig wandelweer, wat bewolking maar met een vrijwel steeds aanwezige zon en er komt een licht briesje opzetten. Op het verdere traject loop ik tussen uitbundig bloeiende heidevelden, ik had al eerder heide gezien bij het oversteken van de Monte de Oca, maar daar was het niet zo uitgestrekt en de planten waren ook piezeliger.
Ik kom door Astorga, een oude Romeinse nederzetting en een mooie plaats, veel mooie gebouwen. Er is ook een Romeinse opgraving waarbij ze een villa en thermen hebben blootgelegd. Ik trek zo´n twee uur uit om de stad te bezichtigen en probeer ook de kathedraal binnen te gaan maar die blijkt om onnaspeurbare redenen te zijn gesloten. Wel kan ik naar binnen als een een kaartje koop in combinatie met het bezichtigen van het bisschoppelijk paleis, een creatie van de Catalaan Gaudi. Maar zoveel tijd heb ik nu ook weer niet en ik bedenk dat ik hier nog wel eens met Marie Louise met de auto terugkom, dan kunnen we alles uitgebreid bekijken.
Ik krijg een smsje van Sophie Dutton waar ik een paar dagen geleden mee liep, zij blijkt een shinsplints blessure te hebben en moet in Astorga een paar dagen rust nemen. Na de Nederlander die in Pamplona met een blessure rust moest nemen en Filippo de Italiaan die vóór Burgos ziek werd en daar een paar dagen bleef is Sophie nu nummer drie die even af moet haken. Ik ben nu nog op zoek naar een Duitser.
Door de lange etappe en mijn oponthoud in Astorga kom ik pas laat in Rabanal aan, gelukkig vind ik in één van de vier hier aanwezige Albergues een bed, ik kan zelfs in een benedenbed liggen. Maar het is al weer aardig aan het afkoelen en de kans dat mijn was nog ooit droog wordt is uitgesloten dus dat stel ik maar nog een dagje uit. Dat wierrookvat in de kathedraal van Santiago de Compostela hangt er tenslotte niet voor niets.
Niet te ver van Rabanal hoor ik ver achter mij een luid gejoel en als ik omkijk zie ik een paar honderd meter van mij vandaan twee jonge pelgrims met volle bepakking een hardloopwedstrijd houden, ik kan mijn ogen haast niet geloven. Ze lopen niet zomaar een stukje, maar echt honderden meters en als ze mij voorbijgelopen zijn zie ik dat één van hen ook nog een gitaar op zijn rugzak heeft gebonden. Een eindje verderop stoppen ze even, ze steken allebei een sigaret op en rennen dan weer verder tot ze in het dorp zijn.
´s Avonds ga ik met Gar, de Ier die ik al vaker tegenkwam, eten en in hetzelfde restaurant blijken ook Sophie en haar ouders te zitten, ze was met de taxi uit Astorga gekomen. Pa en ma waren overgekomen om een paar dagen met hun dochter mee te wandelen maar dat kunnen ze nu dus wel uit hun hoofd zetten. Zo kent de Camino leuke maar ook verdrietige kanten.
En wij zitten hier in het warme Florida en doen niet veel meer dan lekker eten en drinken,maar wel genieten.
Groet,Rob en Ineke.
Dikke kus van je nichtje Anneke
Dank je wel voor al die prachtige en indrukwekkende verhalen. Wat een schrijftalent heb jij! Als zusje van Mieke Stevens heb ik je al een beetje leren kennen, want Mieke raakt niet uitgepraat over je. Vooral tijdens onze fietsvakantie in de Achterhoek, maar ook gisteren op de Schautendag en daarbij straalt ze dan ook de hele dag. Jouw drive om zo`n gigantische voettocht te lopen en binnenkort af te ronden wordt hier met grote bewondering gevolgd. Ga zo door, Marius!
Wij verheugen ons om deze doorzetter binnenkort te ontmoeten.
Liefs, Hermine